10 mei 2011

Slapeloos

Mijn hoofd wordt zwaar en zakt weg in mijn kussen. De slaap trekt me langzaam naar beneden. Steeds verder, naar het niets. Waar ik de bodem raak en ik met een schok weer wakker word. Weg is de slaap, gevlogen. Het niets is onbereikbaar.

Tsjak! Er schiet een laatje open. De eerste gedachte kruipt eruit. Om een wandeling te maken door mijn hoofd. Tsjak! Daar is de volgende. En nog een paar: tsjak, tsjak, tsjak! Allemaal gaan ze op pad. Niet om ergens heen te gaan. Maar om een rondje te lopen. Sommige zijn groot en traag. Andere piepklein en snel. Die komen keer op keer voorbij. Hun stemmen hoog en schel.

Eindelijk, de gedachten worden moe van het rondjes lopen. De snelle raken buiten adem. De logge exemplaren krijgen zere voeten. Ze geven het op. Een voor een keren ze terug naar hun laatjes. Dan wordt het eindelijk weer stil in mijn hoofd. Dat zwaar wordt en in mijn kussen zakt. De slaap trekt me mee naar beneden. Steeds verder, uit het heden naar het nietszzzzzzzzzzz.