3 juni 2011

Beestenboel

Ons tijdelijke thuis ligt op een heuvel. Behalve wij wonen er ook een heleboel dieren. Als eerste ontmoetten wij de labrador van de eigenaar. Met een brede glimlach kwam hij op ons af gerend. Net zo blij als wij dat we eindelijk waren gearriveerd. Waar de eigenaar gaat, gaat zijn hond. Zitten we met een boekje bij het zwembad, worden we eerst begroet door de vrolijke viervoeter. Daarna door zijn baasje: ‘Bonjour! Ça va bien?’ Zowel baas als hond zijn altijd in een bijzonder goed humeur.

Het hondje van onze lieve buurvrouw lijkt altijd ‘on a mission’. Ze loopt onze tuin in, kijkt niet op of om en gaat op zoek. In draf speurt ze met de kop omlaag de hele tuin af. Haar neus scheert over het gras. De ene keer naar een geschikte plek om te plassen (midden in de tuin, merci!). De andere keer staat ze op haar achterpoten bij de barbecue, op zoek naar een restje vlees of vis. Natuurlijk helpen we haar even.

Niet te missen zijn de vogeltjes die de bomen in onze tuin bevolken. Je hoort ze meer, dan dat je ze ziet. De een kwettert dat het een lieve lust is, de ander stoot als antwoord een kort getjilp uit. Een duif wil ook laten weten dat hij er is en koert er op los. Achterin de tuin klopt een specht op een boomstam. Hij draagt op zijn eigen manier bij aan het gesprek. De krekels vormen samen het achtergrondkoor.

Voor ons minder alledaagse bewoners zijn de hagedisjes die over het terras schieten. Om soms stokstijf te blijven zitten, in de hoop dat niemand ze ziet. Aanleiding voor ons om het verschil tussen een salamander en een reptiel weer even helder op het netvlies te krijgen. Een salamander zwemt, een hagedis niet. Gelukkig, ze durven dus niet in het zwembad.

Last but not least zijn er natuurlijk insecten. Sommige maken een heleboel geluid. Zoals de vlieg en zijn grote broer de bromvlieg. Waarom vliegen ze toch altijd door een open raam naar binnen? Om vervolgens luid brommend te zoeken naar datzelfde raam om weer te ontsnappen? Maar er zijn ook stille insecten. Zoals de vlinders die van bloem naar grasspriet naar je tenen en weer naar een struikje fladderen. Of de groene torretjes, spinnetjes en zwarte kevers waarvan ik de namen niet ken. Aangenaam of niet, allemaal bewonen ze samen met ons het huis en de tuin. Ons zomerhuis met zwembad.