1 mei 2013

Een koninklijke fietstocht


Het waait flink op de dijk. Ik schakel een tandje terug om niet meteen stuk te gaan. Even rustig aan, zo na Koninginnedag.

Vóór mij rijdt een wat oudere dame: grijs hoog kapsel, rode parka, donkerblauwe broek en gymschoenen van het nette soort. Ze zit kaarsrecht, met de schouders iets opgetrokken. Als ik haar inhaal, draait ze juist haar hoofd naar rechts. En laat haar blik over de weidse polder dwalen. Nog vol van de kroning, en het afscheid, bedenk ik me dat het zomaar Beatrix zou kunnen zijn. En mijn fantasie slaat op hol.

Ik kijk of ik ergens een busje zie rijden, of beveiliging op de fiets. Niets van dat alles natuurlijk. Maar ik laat mijn gedachten hun gang gaan. En bedenk hoe Beatrix – ondanks de emotionele en lange dag van gisteren -  toch vroeg wakker is geworden. Hoe ze monter, maar rustig is aangeschoven aan het ontbijt. Bewust de kranten nog even links laat liggen. En zich na een paar happen van haar nog warme toast bedenkt om de zinnen even te verzetten. Met een fietstochtje.

Hoe ze zich  - zodra ze de oprijlaan van kasteel Drakensteyn verlaat – op slag stukken lichter voelt. 33 jaar lang wijdde ze haar leven aan volk en vaderland. Maar dat is na gisteren definitief voorbij. Afgerond. Afgelopen. Einde. Hoe flarden van de dag zich in haar gedachten aaneenrijgen: een oneindige ketting van beelden en woorden. Het applaus, háár applaus, de vele bedankjes, felicitaties en vluchtige gesprekken met genodigden. Het gemis. 

Hoe ze met elke pedaalslag het koningschap verder achter zich laat. Hoe ze een versnelling opschakelt. Nog een beetje harder gaat trappen. De neus in de lucht, diep inademend. De borst vooruit.